Optellen - aftrekken

                  

                 OPTELLEN

Voorbeeld:

Aan een toernooi schaatsen doen 63.654 mensen uit Engeland en 35.251 mensen uit Duitsland mee. 

Hoeveel deelnemers zijn er in totaal?

           

 

 

Stappenplan: uitwerking

  • Schrijf de getallen onder elkaar. Eenheden (E) onder eenheden, tientallen (T) onder tientallen, enzovoort.

  • Tel de eenheden bij elkaar op. De som is 4 + 1 = 5

  • Tel de tientallen bij elkaar op. De som is 5 + 5 = 10 → 0 schrijf je op en de 1 schrijf je boven het honderdtal op.

  • Tel de honderdtallen bij elkaar op. De som is 6 + 2+1 = 9

  • Tel de duizendtallen bij elkaar op.  De som is 3 + 5 = 8

  • Tel de tienduizendtallen bij elkaar op.  De som is 6 + 3 = 9

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.

 
 
Oefenen: Klik op het start button.

 

                  

                        AFTREKKEN

Voorbeeld:

Wat is de uitkomst van deze som?  85340 – 63427

 

Stappenplan: uitwerking

  • Zet de getallen onder elkaar.

  • Trek de eenheden van elkaar af. Je ziet dat 0 kleiner is dan 7. Je leent er een van het tiental. De som is 10 - 7 = 3      Het tiental wordt een 3 in plaats van 4.

  • Trek de tientallen van elkaar af. 3 - 2 = 1     

  • Trek de honderdtallen van elkaar af. 3 is kleiner dan 4. Dus 3-4 kan niet. Je leent er een van het duizendtal. Het duizend wordt dus een 4. Je zet de duizendtal dat je geleend hebt voor de 3.  De som is 13 - 4 = 9     

  • Trek de duizendtallen van elkaar af. De som is 4 - 3 = 1

  • Trek de tienduizendtallen van elkaar af. De som is 8 - 6 = 2

  • Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.   

 

Oefenen: Klik op het start button.

 

 
 
 

Oefenen met een game

 

 Klik op de afbeelding op te starten.